Afgelopen jaar heb ik uitvoerig bericht over de mogelijkheden die er bestaan om met een computerprogramma of een webapplicatie een catalogus op te zetten voor een collectie van boeken en media waarnaar we doorgaans verwijzen als de huisbibliotheek.
Daarbij besteedde ik enige aandacht aan epistemologische thema's en beschouwde zo verschillende taxonomiën van classificaties van kennisgebieden.
Om een lade in te delen in vakken werd gebruik gemaakt van stevig maquette-karton dat in repen werd gesneden en vervolgens voorzien van inkepingen. Aan gereedschap zie je een vouwmeter, een potlood, een liniaal en een breekmes.
Voor het aanleggen van een catalogus en het beheer van een collectie van meubels, kunstwerken en andere zeldzaamheden stelt Adlib Soft het programma Museum Lite ter beschikking.
Mineralen en Fossielen vormen een specifiek interessegebied waarvoor dan ook specifieke software werd ontwikkeld.
Een catalogus voor de enkele fossielen die ik in mijn collectie heb kan ik zo bvb. onderbrengen in het programma Trilobase. Dit programma biedt niet alleen een locale database voor het aanleggen van een catalogus over de eigen collectie, maar tevens een overvloed aan randinformatie en de mogelijkheid om een online database van gekende vindplaatsen te raadplegen.
Een interessant en aardig programma voor het aanleggen van een catalogus voor een collectie mineralen vind ik Minerals van Carles Millan. Handig aan dit programma is dat het informatie over de mineraalspecimens kan opvragen op het internet bij gespecialiseerde wiki's zoals:
http://www.mindat.org/
http://www.webmineral.com/
http://www.mineralienatlas.de/
In het programma kan de actuele waarde van voorheen aangekochte mineraalspecimens worden weergegeven door het bijhouden van het jaarlijkse inflatiecijfer. Enerzijds komt dit wat vreemd over als je zoals ik al eens een bezoek bracht aan het Duitse Idar-Oberstein (Wikipedia:Idar-Oberstein) en op de hoogte bent van het feit dat mineralen en halfedelstenen er een eigen beursnotering en -index hebben waarbij ze zoals andere grondstoffen per kilo worden verhandeld. Anderzijds zijn sommige specimens dermate uniek en zeldzaam dat ze individueel worden verhandeld zodanig dat het wel zin heeft de historisch betaalde prijs voor een specimen te actualiseren met behulp van het inflatiecijfer.
Allicht bestaat er ook software voor verzamelaars van andere collecties zoals postzegels, munten of schelpen om maar wat te noemen. Indien er geen specifieke software bestaat kan je ook gebruik maken van een databaseprogramma, een wiki- of blogscript.
Op het blad van midden bovenaan en in tegenwijzerzin; woestijnroos (gips), septaria, malachiet, travertijn, haliet (steenzout), amethystgeode en ammoniet. In de opengetrokken lade bevinden zich links de elementen, sulfiden en oxiden, rechts de carbonaten.
Wanneer men dan een ingerichte ladenkast en een computerprogramma voor het opzetten van een catalogus heeft voorzien is men er nog niet helemaal. Uiteindelijk dient men ieder object in de catalogus te voorzien van een uniek identificatie- of catalogusnummer dat men ook aanbrengt op het voorwerp zelf.
Voor boeken en andere papieren objecten is dit niet zo'n probleem, men gebruikt gewoon een zacht potlood dat men ook gemakkelijk kan uitgommen. Thans brengt men ook stickers met een streepjescode aan in de boeken om dit met een scanner te kunnen inlezen, maar dit lijkt me enkel nuttig in de ontleenomgeving van een openbare bibliotheek.
Voor geo-objecten die uit steen bestaan is dit allemaal niet zo vanzelfsprekend. Hetzelfde geldt voor objecten die bestaan uit andere materialen zoals textiel, hout of metaal. De oplossing om op deze objecten een catalogusnummer te kunnen aanbrengen vond ik terug in een publicatie van de overheidsdienst van de Verenigde Staten die er de Nationale Parken beheert, nl. het zogenaamde Museum Handbook.
In de geologische club werd ooit een oplossing gesuggereerd die eruit bestaat een strookje liquid paper van Tippex op het specimen aan te brengen en daar na opdrogen het catalogusnummer op aan te brengen met oost-indische inkt en een tekenpen. Echter blijkt dat de aangebrachte Tippex na verloop van tijd afbrokkelt.
In het Museum Handbook wordt gesproken over een laag doorzichtige schellak die beschreven wordt met het catalogusnummer en vervolgens opnieuw overschilderd met een laag schellak, hoewel tegenwoordig een synthetische lak kan gebruikt worden.
Daarbij besteedde ik enige aandacht aan epistemologische thema's en beschouwde zo verschillende taxonomiën van classificaties van kennisgebieden.
- http://nl.wikipedia.org/wiki/Epistemologie
- http://nl.wikipedia.org/wiki/Taxonomie
- http://nl.wikipedia.org/wiki/Classificatie
Om een lade in te delen in vakken werd gebruik gemaakt van stevig maquette-karton dat in repen werd gesneden en vervolgens voorzien van inkepingen. Aan gereedschap zie je een vouwmeter, een potlood, een liniaal en een breekmes.
Voor het aanleggen van een catalogus en het beheer van een collectie van meubels, kunstwerken en andere zeldzaamheden stelt Adlib Soft het programma Museum Lite ter beschikking.
Mineralen en Fossielen vormen een specifiek interessegebied waarvoor dan ook specifieke software werd ontwikkeld.
Een catalogus voor de enkele fossielen die ik in mijn collectie heb kan ik zo bvb. onderbrengen in het programma Trilobase. Dit programma biedt niet alleen een locale database voor het aanleggen van een catalogus over de eigen collectie, maar tevens een overvloed aan randinformatie en de mogelijkheid om een online database van gekende vindplaatsen te raadplegen.
Een interessant en aardig programma voor het aanleggen van een catalogus voor een collectie mineralen vind ik Minerals van Carles Millan. Handig aan dit programma is dat het informatie over de mineraalspecimens kan opvragen op het internet bij gespecialiseerde wiki's zoals:
http://www.mindat.org/
http://www.webmineral.com/
http://www.mineralienatlas.de/
In het programma kan de actuele waarde van voorheen aangekochte mineraalspecimens worden weergegeven door het bijhouden van het jaarlijkse inflatiecijfer. Enerzijds komt dit wat vreemd over als je zoals ik al eens een bezoek bracht aan het Duitse Idar-Oberstein (Wikipedia:Idar-Oberstein) en op de hoogte bent van het feit dat mineralen en halfedelstenen er een eigen beursnotering en -index hebben waarbij ze zoals andere grondstoffen per kilo worden verhandeld. Anderzijds zijn sommige specimens dermate uniek en zeldzaam dat ze individueel worden verhandeld zodanig dat het wel zin heeft de historisch betaalde prijs voor een specimen te actualiseren met behulp van het inflatiecijfer.
Allicht bestaat er ook software voor verzamelaars van andere collecties zoals postzegels, munten of schelpen om maar wat te noemen. Indien er geen specifieke software bestaat kan je ook gebruik maken van een databaseprogramma, een wiki- of blogscript.
Op het blad van midden bovenaan en in tegenwijzerzin; woestijnroos (gips), septaria, malachiet, travertijn, haliet (steenzout), amethystgeode en ammoniet. In de opengetrokken lade bevinden zich links de elementen, sulfiden en oxiden, rechts de carbonaten.
Wanneer men dan een ingerichte ladenkast en een computerprogramma voor het opzetten van een catalogus heeft voorzien is men er nog niet helemaal. Uiteindelijk dient men ieder object in de catalogus te voorzien van een uniek identificatie- of catalogusnummer dat men ook aanbrengt op het voorwerp zelf.
Voor boeken en andere papieren objecten is dit niet zo'n probleem, men gebruikt gewoon een zacht potlood dat men ook gemakkelijk kan uitgommen. Thans brengt men ook stickers met een streepjescode aan in de boeken om dit met een scanner te kunnen inlezen, maar dit lijkt me enkel nuttig in de ontleenomgeving van een openbare bibliotheek.
Voor geo-objecten die uit steen bestaan is dit allemaal niet zo vanzelfsprekend. Hetzelfde geldt voor objecten die bestaan uit andere materialen zoals textiel, hout of metaal. De oplossing om op deze objecten een catalogusnummer te kunnen aanbrengen vond ik terug in een publicatie van de overheidsdienst van de Verenigde Staten die er de Nationale Parken beheert, nl. het zogenaamde Museum Handbook.
In de geologische club werd ooit een oplossing gesuggereerd die eruit bestaat een strookje liquid paper van Tippex op het specimen aan te brengen en daar na opdrogen het catalogusnummer op aan te brengen met oost-indische inkt en een tekenpen. Echter blijkt dat de aangebrachte Tippex na verloop van tijd afbrokkelt.
In het Museum Handbook wordt gesproken over een laag doorzichtige schellak die beschreven wordt met het catalogusnummer en vervolgens opnieuw overschilderd met een laag schellak, hoewel tegenwoordig een synthetische lak kan gebruikt worden.